Primitieve reflexen
Om te overleven en ontwikkelen heeft een baby een aantal primitieve reflexen, die ontstaan wanneer de hersenstam ontwikkelt. Naarmate de ontwikkeling van de hogere centra van het brein vordert, zullen de primitieve reflexen worden afgeremd. Het verschijnen en verdwijnen van de primitieve reflexen tijdens de ontwikkeling van het kind vormt een afspiegeling van de rijping van het centrale zenuwstelsel. Aanwezigheid van primitieve reflexen na het eerste levensjaar is een teken dat de hersenen zich niet optimaal hebben ontwikkeld.
Een voorbeeld van een primitieve reflex is de zogenaamde ‘grijpreflex’. Deze zorgt bij een pasgeboren baby voor het knijpen van de vingers zodra de handpalm gestimuleerd wordt. Wanneer deze reflex afgeremd wordt door de ontwikkeling van hogere centra in de hersenen kan het kind bewust dingen vastpakken en vervolgens weer loslaten. Een niet afgeremde grijpreflex kan onder meer resulteren in een verkeerde pengreep.
Mogelijke problemen door niet afgeremde primitieve reflexen:
Slechte impuls beheersing/controle
Zintuiglijke overbelasting
Schrikkerig
Sociaal en emotioneel onrijpheid
Slechte oog-hand coördinatie
Problemen met handschrift
Problemen met oog bewegingen
Balans problemen
Slechte houding
Onhandig
Wriemelen, onrustig zitten
Bedplassen
Problemen met kleding
Slechte concentratie
Neiging tot op tenen lopen
Wagen- reisziekte
Problemen met visuele perceptie - geen dieptezicht
Neiging tot enkel zwikken
Taal en articulatieproblemen - neiging om "met de handen te praten en schrijven met de mond"